Vijf clichés over feelgoodboeken ontkracht

Door Tamara Haagmans.

Wanneer je zegt dat je feelgood leest, vliegen de clichés je al snel om de oren: het is voorspelbaar, te dramatisch, en ga zo maar door. Maar is dat eigenlijk wel terecht? In dit artikel doorbreekt feelgoodauteur Tamara Haagmans vijf hardnekkige mythes over feelgood – van happy endings tot ongeloofwaardigheid. Dus, de volgende keer dat iemand je vraagt of je niet moe wordt van feelgood lezen, sta jij klaar met onweerlegbare argumenten om te laten zien dat feelgood allesbehalve simpel is.

Er zit altijd zoveel drama in die boeken.

Wie ooit een feelgoodboek opengeslagen heeft weet dit: er is altijd wel iets aan de hand. Je moet je huis uit, je verre reis gaat ineens niet door, noem het maar op.

Er kan pas een redder zijn, als er iets te redden valt, en hóe saai zou een boek zijn over iemand die volmaakt gelukkig is, en alleen maar volmaakt gelukkige dingen doet met een volmaakt gelukkige buurman. Ik zou het na 50 pagina’s al niet meer interessant vinden. Ja, er kán drama in zitten, maar soms is het ook gewoon een lekker liefdesverhaal en meer niet.

Feelgoodboeken hebben altijd een happy end.

‘Ik wist toch dat het goed af zou lopen, want het is een feelgoodboek.’ Als iemand dat zegt, trek ik altijd mijn wenkbrauw op. Oké, voor het grootste deel van het genre gaat dat wel op, maar er zijn ook meer dan genoeg verhalen die – al dan niet voor de hoofdrolspeler – niet  eindigen met ‘lang en gelukkig.’ (Ik hou heel erg van lang en gelukkig, maar zelfs ik ben daar al eens van af geweken.) Je moet origineel blijven, en jongetje + meisje + probleem – oplossing = happy end, klopt allang niet meer.

Feelgoodboeken zijn voorspelbaar.

Dat er op het eind van het boek geen seriemoordenaar uit een taart komt springen, iedereen van kant maakt en daarna fluitend in het donker verdwijnt terwijl hij een sigaret opsteekt, lijkt me logisch. Dat zou in elk geval niet voorspelbaar zijn, maar het draagt ook niet echt bij aan het ‘goede’ gevoel dat je van het dichtslaan van een feelgoodboek moet krijgen. Het gaat niet om waar je uitkomt, het gaat om de reis erheen. Die is minstens net zo interessant.

Feelgoodpersonages zijn ongeloofwaardig.

Hiervoor verwijs ik weer terug naar punt 1. Een boek over een meisje met een perfect uiterlijk, perfect gebit, goede baan en perfect leven, die eigenlijk geen problemen heeft, altijd geld genoeg heeft en een geweldig sociaal leven heeft etc. – zou dat interessant zijn om over te lezen? Nee. Maar laat haar hond ontsnappen en de onderbuurman die net alleenstaande vader is geworden die hond vinden en je hebt al meteen iets. Ik hou ervan een beetje LGBTQ, een handicap, een scheve tand of chronische onhandigheid in een boek te stoppen, om het herkenbaar te maken. Want even tussen jou en mij, je leest toch liever over iets waar je je in kunt inleven, dan perfectie?

Als je er één hebt gelezen, heb je ze allemaal gelezen.

Dus als je Zin van Jackie van Laren hebt gelezen, weet je hoe Alles op het spel van Tamara Haagmans gaat, en als je Weer op de rit van Anja Janssen las, dan weet je hoe Langste. Kerst. Ooit. van Lisette Jonkman gaat? I rest my case.

Het nieuwste boek van Tamara Haagmans verschijnt op 9 februari!

Bekijk op Boekenwereld >