Aan het bureau: Karin Quint over haar schrijfproces

Hoe ontstaat een goed verhaal? Elke schrijver heeft een unieke manier om woorden op papier te zetten, personages tot leven te wekken en lezers mee te slepen in een nieuwe wereld. In deze blog nemen we een kijkje achter de schermen bij Karin Quint. We vragen over haar schrijfproces: van de allereerste inspiratie tot de laatste punt. Hoe overwint ze writer’s block? Hoe brengt ze haar personages tot leven? Benieuwd naar haar geheimen als schrijver? Lees snel verder!

Het begin van elk verhaal: inspiratie

Waar haal je meestal je inspiratie vandaan?

‘Uit het leven! Alles wat ik zie, hoor, lees, doe, meemaak kan voor inspiratie zorgen. Dat vind ik zelf altijd zo bijzonder.’

Heb je vaste plekken waar je naartoe gaat om inspiratie op te doen?

‘Geen vaste plekken, maar als ik vastzit met schrijven helpt het om onderweg te zijn. Wandelend of achter het stuur krijg ik vaak de meeste ideeën.’

Komt inspiratie vanzelf, of moet je er bewust naar op zoek?

Aan het lezen karin quint

‘Vaak krijg ik op de meest onhandige momenten goede ideeën. Daarom heb ik meestal pen en papier bij me en zit de dictafoon op mijn horloge onder de sneltoets (vooral handig tijdens het rijden).’

Heb je ooit een droom gehad die leidde tot een boekidee?

‘Nee, maar ik word wel vaak wakker met ideeën. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij Het koetshuis, dat zag ik al helemaal voor me. Dan is het net alsof mijn hersenen in de nacht aan het werk zijn geweest en ’s ochtends de powerpointpresentatie geven.’

Wat is het onverwachtste moment of de vreemdste plek waar je inspiratie vond?

‘In de sportschool op de crosstrainer. Ik had nog een twist nodig voor De ijskelder en plots was-ie daar. Ik kreeg er kippenvel van, ook al was ik me aardig in het zweet aan het werken.’

Hoe weet je of een idee de moeite waard is om een boek van te maken?

‘Ik krijg dan echt een lichamelijke reactie. Mijn hele lijf gaat tintelen en mijn hart gaat sneller kloppen. Als dat gebeurt, weet ik dat ik goed zit.’

Wat is het eerste wat je opschrijft als je aan een nieuw boek begint?

‘Ik begin eerst met karakterschetsen van de belangrijkste personages. Pas als die enigszins uitgewerkt zijn, begin ik met schrijven. Soms kunnen personages nog wel veranderen, maar dan heb ik in ieder geval een uitgangspunt.’

Het schrijfproces

Hoe kwam je op het idee voor dit boek?

‘De Rozenkamer is geïnspireerd op een verhaal dat een oud-collega mij ooit vertelde, over een textielfabrikant in Helmond die verliefd werd op de huishoudster van zijn ouders en voor haar een gigantische villa bouwde. Dat vond ik zo romantisch!’

Begin je met een volledig uitgewerkt plot, of ontdek je het verhaal gaandeweg?

Bloemen voor de cover voor het boek van Karin Quint

‘De belangrijkste onderdelen van het verhaal – begin, midden, einde – heb ik meestal grotendeels in mijn hoofd zitten, maar veel ontdek ik tijdens het schrijven. Ik probeer steeds meer te plotten, maar ik denk dat ik deels in het schrijfproces moet zitten om op ideeën te komen.’

Hoe ga je om met onverwachte wendingen die zich tijdens het schrijven aandienen?

‘Die heb ik niet veel, maar als ze er zijn, maak ik er dankbaar gebruik van als ik denk dat ze goed werken voor het verhaal.’

Waar schrijf je het liefste, heb je een eigen plekje of ga je juist de deur uit?

‘Op zolder heb ik een heel fijne werkkamer waar een heel fijne stoel staat, precies onder het raam. Daar zit ik het liefst, met mijn laptop op schoot. Ernaast staat een antieke theetrolley waar ik al het naslagwerk op heb liggen dat ik nodig kan hebben tijdens het schrijven. En vaak ligt er ook een reep chocolade (maar niet lang).’

Wat doe je als je vastloopt in je verhaal?

‘Gelukkig heb ik dat niet vaak, maar als het gebeurt helpt het om even te gaan wandelen of een stukje te fietsen of autorijden. Of ik ga even sparren met mijn vriend, die denkt ook altijd goed mee.’

Hoe weet je wanneer een boek echt ‘af’ is?

‘Dat is het nooit! Ik kan eeuwig blijven schaven, dus daarom is het goed dat ik keiharde deadlines krijg van de uitgever. Anders zou het jaren duren voordat ik het uit handen zou geven.’

Personages en verhalen

Hoe bedenk je je personages? Begin je met hun persoonlijkheid of hun achtergrond?

‘Ik begin met hun persoonlijkheid en ga dan bedenken hoe ze zo geworden zijn. Lijken ze op hun vader of moeder? Wat hebben ze in hun verleden meegemaakt dat hen gevormd heeft? Welke eigenaardigheden hebben ze door de jaren heen opgepikt? Wat is hun grootste angst en waar komt die vandaan?’

Heb je ooit een personage gebaseerd op iemand die je kent?

‘Absoluut! Het beste voorbeeld is de tweeling uit De ijskelder, die lijken sprekend op de dochters van een vriendin. Maar meestal gaat het om eigenschappen van meerdere mensen die ik dan in één personage stop. Dat is vooral leuk als die eigenschappen elkaar versterken.’

In het bos

Welke emoties of thema’s inspireren je het meest om over te schrijven?

‘Menselijke relaties vind ik het meest inspirerend. Hoe reageren we op elkaar en waarom? Waarom heb je met sommigen direct een klik en weet je al na een paar seconden dat je iemand anders het liefst nooit meer wilt zien? Heel fascinerend vind ik dat.’

Wat inspireert je bij het bedenken van de setting van je verhalen?

‘In de Landgoed Rosaville-serie is het landgoed het terugkerende personage. Ik heb me laten inspireren door bestaande Nederlandse landgoederen, maar ook door Engelse en Duitse. Gewoon, door alles wat mooi is.’

Hoe belangrijk is je eigen leven en ervaring in wat je schrijft?

‘Onmisbaar. Dat vind ik het mooie van schrijven: wat in mijn hoofd ontstaat is een heel grote optelsom van alles wat ik in mijn leven heb meegemaakt of waarover ik gelezen of gehoord heb. En het is nooit te voorspellen wat er onder de streep komt te staan, het is elke keer weer een verrassing wat er uit mijn geheugen omhoogkomt.’

Heb je ooit spijt gehad van een verhaallijn of een beslissing die je een personage liet nemen?

‘Ik heb heel lang getwijfeld of er in De ijskelder een liefdeslijn moest zitten of dat het uiteindelijk om een zeer innige vriendschap zou gaan. Uiteindelijk toch voor de liefde gekozen en daar heb ik geen spijt van, maar het had allebei de kanten op gekund.’

Welk personage was het lastigst om te schrijven en waarom?

‘Ik heb heel erg geworsteld met Rosalie uit De theekoepel. Eerst was ze heel eigenzinnig en zelfverzekerd, maar dat voelde niet goed. Pas toen de eerste grove versie klaar was, realiseerde ik me dat ze juist wat afwachtend en verlegen moest zijn, zodat de hobbels die ze moest nemen lekker hoog werden.’

De dagelijkse schrijfgewoonten van Karin Quint

Heb je een vaste schrijftijd of -plek?

‘Ik schrijf het liefst ’s ochtends, dan werkt mijn hoofd het best. Meestal zit ik in mijn fijne schrijfstoel op mijn werkkamer.’

Hoeveel woorden probeer je per dag of per week te schrijven?

Achter de laptop

‘Ik probeer zo’n 5000 woorden per week te schrijven. In het begin lukt dat niet altijd, maar als het verhaal begint te vorderen, haal ik dat vaak makkelijk of ga ik er ruimschoots overheen. Het ligt er ook aan hoeveel ik tijdens het schrijven moet opzoeken – welke groenten stonden er in december 1876 op het menu, welke bloemen waren er in november 1903 te koop, vanaf wanneer zijn we in Nederland ‘sorry’ gaan zeggen?’

Wat helpt jou om in de juiste schrijfflow te komen?

‘Goed slapen is echt essentieel. Als dat lukt, dan hoef ik me meestal niet druk te maken over de flow. Soms, als het toch niet wil lukken, dwing ik het af. Dan blijf ik schrijven, ook al is het bagger, en vaak komt die flow er dan alsnog.’

Schrijf je liever in stilte of met muziek op de achtergrond?

‘Stilte! (zei ze heel hard) Het lukt me niet goed om met muziek aan te schrijven. Tenzij ik op een heel drukke plek ben, dan kan ik me goed afsluiten. Maar thuis moet het absoluut stil zijn. Soms doe ik zelfs mijn oortjes in om het stiller dan stil te maken.’

Heb je een vaste schrijfroutine of ben je juist heel flexibel?

‘Ik merk dat ik steeds minder flexibel wordt, haha. Vroeger kon ik echt overal op iedere plek schrijven (net als slapen), maar nu vind ik het toch het fijnst om dat ’s ochtends te doen, in mijn schrijfstoel. En dan het liefst iedere ochtend, vijf of zes dagen in de week.’

Benieuwd naar de boeken van Karin Quint?

De Rozenkamer

Ontdek de wervelende geschiedenis van Landgoed Rosaville in het slotdeel van de serie: De Rozenkamer.

Villa Zeldenrust, 1876. Roosje Arkenbout is net begonnen als dienstmeid bij familie De Wit, wanneer ze per ongeluk de slaapkamer inwandelt van de knappe textielfabrikant Theodoor. Roosje kan hem maar niet uit haar hoofd zetten. En hoewel Theodoor ook geïnteresseerd lijkt, blijft ze een dienstmeid en verloofd met de beste vriend van haar broer…

Ondertussen wordt de villa geteisterd door een reeks vreemde gebeurtenissen. Als Roosje vervolgens ontdekt dat er verontrustende geruchten de ronde doen over de familie De Wit, weet ze niet meer wie ze kan vertrouwen. Zal haar zoektocht naar de waarheid haar dichter tot Theo brengen of hen uit elkaar drijven?

Bekijk op Boekenwereld >
9789024592524
9789024596898
9789021039886

De andere delen in de serie: Landgoed Rosaville

Het koetshuis
De theekoepel
De ijskelder

Was dit jouw eerste kennismaking met Karin Quint, of ben je al fan van haar werk?

Laat het ons weten via Instagram of Facebook!

Ontdek meer auteurs: