Aan het bureau: Paula Heeger over haar schrijfproces
Achter elk goed boek schuilt een wereld vol ideeën, twijfels en heel veel schrijfuren. Geen enkele schrijver werkt op dezelfde manier en dat maakt het juist zo boeiend. In deze blog gaan we in gesprek met Paula Heeger. Hoe begint zij aan een nieuw verhaal? Wat doet ze als de inspiratie even wegblijft? En hoe laat ze haar personages tot leven komen? Ze neemt ons mee in haar schrijfproces, van eerste ingeving tot de laatste punt. Lees je mee?
Het begin van elk verhaal: inspiratie
Waar haal je meestal je inspiratie vandaan?
‘Meestal zijn het hele kleine dingen die me op een idee brengen, zoals een verhaal over een familielid of een zin die ik opvang in de trein. Inspiratie krijgen van een verre reis is niet echt mijn ding, heb ik gemerkt. Een nieuw verhaal ligt meestal al voor mijn neus te wachten. Zo viel Volgeboekt ook op zijn plek toen ik bedacht: het moet zich op Terschelling afspelen, in plaats van aan een onbekende plek aan zee.’
Heb je vaste plekken waar je naartoe gaat om inspiratie op te doen?
‘Niet per se vaste plekken, maar een wandeling door de stad of juist de natuur helpt altijd wel. Een koffietentje waar ik mensen kan observeren is ook een goede plek. Of een gesprek met een vriendin.’
Komt inspiratie vanzelf, of moet je er bewust naar op zoek?

‘Na een nieuw boek duurt het even voor de inspiratie in mijn hoofd weer gaat stromen, maar ik hoef er niet echt naar op zoek. Ik denk voordat ik begin met schrijven heel veel na over wat ik precies wil. Al die ideeën schrijf ik op in de notities op mijn telefoon of in mijn bulletjournal. Daarna denk ik er weer lang over na en vallen er langzaam wat puzzelstukjes op zijn plek. Op een bepaald punt denk ik: nu moet ik beginnen. Tijdens het schrijven valt de rest op zijn plek of verandert het verhaal weer een beetje.’
Heb je ooit een droom gehad die leidde tot een boekidee?
‘Nog niet, maar ik schrijf mijn dromen wel altijd op. Ik droom namelijk ontzettend veel, eigenlijk elke nacht, en kan me dat dan tot in detail herinneren. Dus wie weet ooit – al zijn mijn dromen behoorlijk onsamenhangend.’
Wat is het meest onverwachte moment of de vreemdste plek waar je inspiratie vond?
‘Op het moment dat Volgeboekt uitkomt ben ik al bezig met een tweede verhaal, dat langzaam vorm krijgt in mijn hoofd. Voor het boek liep ik door mijn eigen stad, Leeuwarden, en gaf mijn vader me inspiratie om ergens verder in te duiken. Ik kan nog niet veel verklappen, maar dat de inspiratie bijna om de hoek ligt vind ik heel grappig. Dat had ik nooit gedacht.’
Hoe weet je of een idee de moeite waard is om een boek van te maken?
‘Als ik niet kan stoppen met nadenken over hoe ik een bepaald idee wil vormgeven. Ik denk meestal als eerste aan een plot, hoe mensen elkaar leren kennen, wat voor tegenslagen ze gaan tegenkomen, wat ze gaan meemaken samen, en misschien de boodschap die ik wil meegeven met het verhaal. Daarna ga ik nadenken over de drijfveren van personages, wie ze precies zijn. Als ik mijn personages in mijn hoofd al tot leven voel komen en echter voel worden, weet ik: hier zit meer in.’
Wat is het eerste wat je opschrijft als je aan een nieuw boek begint?
‘Ik ben iemand die direct een titel bedenkt voor mijn boek. Volgeboekt heb ik bijvoorbeeld ook zelf bedacht. Om mezelf te motiveren doe ik alsof het boek er al is, zo had ik bij een eerdere versie van Volgeboekt een blurb op mijn zelfgemaakte cover staan alsof het was gerecenseerd in de krant. Haha!’
Het schrijfproces
Hoe kwam je op het idee voor dit boek?
‘Voordat ik Volgeboekt schreef, deed ik mee aan schrijfwedstrijden. Tijdens corona had ik daar genoeg tijd voor. Soms belandde ik op de longlist of de shortlist, één keer werd mijn verhaal Boekhandel aan zee gepubliceerd in de bundel Slipperdagen & Zomerjurken met nog 7 andere auteurs. In dat verhaal, maar ook in andere verhalen, zie je flarden terug van wat uiteindelijk Volgeboekt is geworden – zoals een boekhandel en de zee. Ik wilde een fijn en gezellig verhaal schrijven, maar wel met voldoende diepgang en zonder de vervelende troop miscommunicatie. Pas later kwam Terschelling daarbij en viel alles op zijn plek.’
Begin je met een volledig uitgewerkt plot, of ontdek je het verhaal gaandeweg?
‘Ik ben totaal geen plotter, al heb ik bij boek 2 wel een opzet gemaakt om dat te proberen. Voor mij werkt beginnen en zien wat er komt het beste, zo stuurt het verhaal me allerlei kanten op die ik zelf ook niet had voorzien. Dat is verrassend en dat maakt schrijven zo leuk. Als ik al precies weet wat ik ga schrijven, vind ik het net een invuloefening. Dus een schrijver met een enorm karakterdossier van de personages of een opzet van a tot z ga ik nooit worden. Laat mij maar lekker rommelen om er vervolgens toch uit te komen.’
Hoe ga je om met onverwachte wendingen die zich tijdens het schrijven aandienen?
‘Schrijvers zeggen weleens dat personages dingen doen die ze zelf niet hadden voorzien. Ik geloofde dat nooit. Je schrijft het verhaal toch zelf? Totdat ik zelf mijn hele roman schreef en dat echt gebeurde. Je personages belanden soms ineens in situaties die je niet had bedacht. Sommige onverwachte wendingen helpen het verhaal vooruit, maken iets grappig of dramatisch, maar soms zijn ze ook onnodig. Ik denk goed na of het iets toevoegt aan het grote geheel, of ik het als lezer leuk zou vinden als ik een bepaald lijntje meer zou uitwerken.’
Waar schrijf je het liefste, heb je een eigen plekje of ga je juist de deur uit?
‘Ik schrijf het liefst thuis – in de zomer op mijn dakterras met een iced matcha binnen handbereik, in de winter onder een dekentje aan de eettafel of zelfs in bed. Het idee dat je alleen kan schrijven aan een bureau is zo achterhaald, ik tik soms zelfs scènes in de notities op mijn telefoon.’
Wat doe je als je vastloopt in je verhaal?
‘Dan laat ik het even liggen – sowieso een week, anders langer. Daarna kijk ik er weer fris naar en weet ik wel weer hoe ik verder wil. Of ik vraag mijn redacteur om hulp.’
Hoe weet je wanneer een boek echt ‘af’ is?
‘Cliché maar waar: je voelt het. Het voordeel bij Volgeboekt is dat ik het einde al had geschreven voordat het middenstuk af was. De epiloog schreef ik wel iets later, toen voelde het voor mij helemaal af.’
Personages en verhalen
Hoe bedenk je je personages? Begin je met hun persoonlijkheid of hun achtergrond?
‘Ik heb grofweg een idee van wie mijn personages zijn. In het geval van mijn vrouwelijke hoofdpersoon Felicia in Volgeboekt weet ik dat ze een schrijfster is en haar zus heeft verloren. De persoonlijkheid ontstaat eigenlijk tijdens het schrijven pas. Dan voel ik per zin beter aan hoe ze als personage kan zijn, wat haar drijft en hoe ze reageert in situaties. Ook schets ik personages in mijn journal om een beter beeld te krijgen van hoe ze er precies uitzien.’
Heb je ooit een personage gebaseerd op iemand die je kent?
‘Stiekem haal ik kleine trekjes van personages weleens van mensen die ik echt ken. Dat kan al zijn hoe iemand kijkt of beweegt. Soms lijkt een mannelijk personage eerst op iemand die ik leuk vind, maar uiteindelijk verandert een personage toch in totaal iemand anders. Alleen als je heel goed kijkt, zie je tussen de krullen van Alex in Volgeboekt misschien wat trekjes van ex-dates, haha. En misschien in Joris ook wel…’
Welke emoties of thema’s inspireren je het meest om over te schrijven?
‘Bij Volgeboekt had ik eerst geen setting voor het verhaal. Het speelde zich eerst af aan zee, maar een concrete plaats was er niet. Totdat er puzzelstukjes in het plot op zijn plek vielen en ik dacht: het moet Terschelling zijn. Ik ben zelf heel veel op het eiland geweest als kind en later ook nog, dus ik ken het vrij goed. Daarnaast hou ik er zelf heel erg van als boeken zich afspelen in Nederland – Anne West haar boeken in Deventer, Anja Janssen die over Zeeland schrijft, I love it! Zo leuk als je daarin dingen herkent! Ik hoop dat mensen dat ook bij Terschelling hebben in mijn boek.’
Hoe belangrijk is je eigen leven en ervaring in wat je schrijft?
‘Eigenlijk wil ik zeggen dat het niet heel veel uitmaakt, maar natuurlijk doet het dat wel. De thema’s waarover je schrijft komen vaak voort uit je eigen ervaringen. Bij mij in ieder geval wel. In Volgeboekt schrijf ik ook over rouwverwerking omdat ik zelf veel mensen ben verloren in mijn leven. Het was een soort verwerking, denk ik achteraf, van de dood van mijn oma.’
Heb je ooit spijt gehad van een verhaallijn of een beslissing die je een personage liet maken?
‘Tot nu toe niet. Ik vond het wel lastig om over Joris te schrijven en hoe hij nog steeds iets voelt voor Felicia, maar ook moeite heeft met het verlies van zijn goede vriendin Jasmijn. Die twee emoties lopen heel erg door elkaar heen bij hem, wat hem niet meteen likeable maakt. Toch denk ik dat hij wel herkenbaar is, dus ik heb geen spijt van hoe ik hem in Volgeboekt heb opgevoerd. In het echt gedragen mensen zich ook niet volgens het boekje.’
Welk personage was het lastigst om te schrijven en waarom?
‘Ik vond Wendy best lastig om te schrijven. Ze is de beste vriendin van Alex in mijn boek, maar ze heeft ook haar eigen leven. Doordat ik niet vanuit haar perspectief schrijf, leerde ik haar minder goed kennen. Ook wilde ik niet dat ze super doorsnee werd of altijd maar voor iedereen zou klaarstaan. Dat bleek toch moeilijker dan ik dacht. Misschien moet ik toch eens het verhaal van Wendy vertellen… wie weet!’
De dagelijkse schrijfgewoonten van Paula Heeger
Heb je een vaste schrijftijd of -plek?
‘Alles behalve in de ochtend, ik ben echt geen ochtendmens. Voor 10 uur moet je mij niet bellen. Ik schrijf het liefst ‘’s avonds aan mijn eettafel, waar ik liever zit dan aan mijn bureau. Maar in het beginproces van Volgeboekt schreef ik ook stukjes in de notities op mijn telefoon als ik in de trein zat. Het zo laagdrempelig mogelijk maken helpt enorm. En tóch gaan zitten en beginnen, ook als je een dag geen zin hebt of het niet lukt. 500 woorden is beter dan 0.’
Hoeveel woorden probeer je per dag of per week te schrijven?
‘Bij Volgeboekt schreef ik de hele zomer van 2024 mijn verhaal af. Ik probeerde een paar keer per week, soms zelfs elke avond, achter mijn laptop te gaan zitten en 1000 woorden te schrijven. Ik had het einde al geschreven én mijn boekcontract was getekend, dus ik had enorm veel motivatie om het helemaal af te maken.’
Wat helpt jou om in de juiste schrijfflow te komen?
‘Wat het beste helpt is gaan zitten en een scène schrijven waar ik zin in heb. De ideeën stromen dan bij elk woord dat ik typ een beetje meer binnen. Zelfs saaie scènes zijn uiteindelijk leuk om te schrijven, omdat ik op een bepaald punt helemaal fan ben van mijn eigen personages. Je leert ze steeds beter kennen, dus je voelt veel beter aan hoe ze reageren in situaties – Felicia zou bijvoorbeeld huilen bij een film, Joris nooit. Fan zijn van je eigen verhaal zorgt wel voor de juiste flow!’
Schrijf je liever in stilte of met muziek op de achtergrond?
‘Ik weet dat andere schrijvers muziek luisteren tijdens het schrijven, ik kan dat totaal niet. Geen tropische tunes dus bij mij, maar echt stilte. Dan kan ik het beste nadenken.’
Heb je een vaste schrijfroutine of ben je juist heel flexibel?
‘Zolang ik niet om 6 uur ’s ochtends hoef te schrijven, ben ik heel flexibel. Tijdens Volgeboekt schreef ik zelfs tijdens mijn vakantie in Oostende ’s avonds. Ook fijn qua sfeer, want Oostende is ook aan zee. De schreeuwende meeuwen op het balkon van het appartement zorgden wel voor de Terschelling-vibes die ik nodig had voor mijn verhaal.’
Benieuwd naar het eerste boek van Paula Heeger?
De perfecte zomerse feelgoodroman voor in de vakantiekoffer!
Volgeboekt
De succesvolle schrijfster Felicia reist af naar Terschelling om aan haar nieuwste boek te werken en verslag te doen van het theaterfestival Oerol. Maar het tripje verloopt niet zoals gepland: door een boekingsfout is Felicia’s hotelkamer bezet en komt ze terecht bij de norse Alex, die in West-Terschelling een B&B annex boekwinkel runt. Hij heeft geen plek en biedt Felicia met tegenzin zijn logeerkamer aan. Dat zorgt voor de nodige irritaties… of bloeit er in deze B&B vol boeken toch liefde op?
Zet jij dit boek op je TBR of heb je hem al gelezen?
Laat het ons weten via Instagram of Facebook!