Ze kon niet zwijgen
Als Marijke ziet dat haar dochter Karin erg onaardig doet tegen haar kinderen Jolien en Sterre en zelfs het vermoeden heeft dat ze hen pijn doet, begint ze zich zorgen te maken. Johan, de man van Marijke, vindt dat ze zich hier niet mee moet bemoeien.
Maar als Marijke een blauwe plek ontdekt op het dijbeen van Sterre en Sterre zegt dat mama haar geknepen heeft, kan ze zich niet langer inhouden en gaat ze naar haar dochter toe. Dit valt niet in goede aarde en Karin wordt zo boos, dat ze haar moeder niet meer wil zien of spreken. Wanneer Marijkes ouders een feestelijk weekend organiseren omdat ze elkaar zestig jaar kennen en Karin niet komt omdat ze ziek is, kan Marijke dit niet geloven. Is ze echt ziek? Of ontloopt ze op deze manier haar moeder? Marijke wordt er moedeloos van. Komt dit ooit nog goed?