Henny Thijssing-Boer werd op 7 februari 1933 geboren als Hendrikje Boer te Sint-Annen (Groningen). Ze trouwde in april 1953 met Dolf Thijssing, een beroepsmilitair. In 1954 werd een dochter geboren (Marga) en in 1959 een zoon (Theo). In 1973 kwam Henny na veel omzwervingen terug in het Groninger land en besloot om daar te gaan schrijven.
Haar eerste roman, Als de tijd daar is, verscheen bij uitgeverij J.H. Gottmer in Haarlem. In 1981 verscheen De vrouw die mij gegeven werd in de VCL-serie van Uitgeverij Kok.
In 1992 behaalde ze de eerste plaats van de top 100 van de meest uitgeleende boeken van de openbare bibliotheken en sindsdien staat ze steevast in de top 10. In 1996 ontving de auteur een Koninklijke onderscheiding en in 2002 ontving ze, tijdens de presentatie van haar tachtigste roman, de zilveren Erepenning van de stad Groningen.
In 2008 verscheen de roman Het jongetje Duco, waarna ze besloot dat dit haar laatste roman is. Sinds haar eerste roman in 1976 zijn 98 romans van haar hand verschenen en publiceerde de auteur in 335 diverse uitgaven. Henny Thijssing-Boer zei zelf over haar auteurschap: “Schrijven is voor mij een vorm van liefhebben en is dat niet het mooiste wat er is?”
Henny Thijssing-Boer overleed op 24 mei 2011 in Winschoten. Ze werd de koningin van de streekroman genoemd. Ze schreef voor uitgeverij Gottmer en de VCL-serie van uitgeverij Kok | Omniboek in totaal bijna honderd boeken en verkocht daar ca. 2 miljoen exemplaren van.
Henny Thijssing-Boer is 78 jaar geworden.